Astronauten dringen steeds dieper door in de ruimte, en hun reizen worden er niet bepaald korter op. Over de kortste route naar Mars doet een ruimteschip enkele maanden, terwijl een trip naar het dichtstbijzijnde sterrenstelsel minstens enkele decennia in beslag zou nemen.
Dat stelt ruimtevaartagentschappen voor nieuwe uitdagingen. Hun ruimteschepen moeten bestand zijn tegen meer straling en ruimtestof, en op de een of andere manier moeten ze anticiperen op schade door inkomende brokstukken, interstellaire deeltjes of een asteroïde. Het antwoord op die gevaren zou weleens kunnen komen van een technologie die intussen al een tijdje meegaat. ‘We vertrekken naar een onzekere bestemming, dus
hebben we een systeem nodig dat evolutie en groei toelaat. Dat vereist 3D-printing’, zegt Nils Faber, onderzoeker bij Space Ecologies Art and Design (SEAD), een internationaal netwerk van wetenschappers en artiesten die zich interesseren voor de toekomst van ruimtevaart.
Faber werkt mee aan een project van de TU Delft, waar onderzoekers en kunstenaars simuleren hoe een interstellair ruimteschip eruit moet zien. 3D-printing maakt een integraal onderdeel uit van de prototypes.‘Ons speculatief ruimteschip bevestigt zich aan een asteroïde en onttrekt daaraan materialen. Die gebruiken we als grondstof voor 3D-printing, zodat we veranderingen kunnen doorvoeren aan het schip als de omgeving
daar om vraagt. Als er bijvoorbeeld kleine deeltjes op het schip afstevenen – een groot gevaar aan de snelheid waaraan we zouden reizen – dan kunnen we beschermende lagen printen uit het materiaal van de asteroïde.’ Dat ruimteschip is nog geen realiteit, maar het potentieel van 3D-printing is al wel bekend bij verschillende spelers in de ruimtevaartindustrie. Al sinds 2014 experimenteren astronauten aan boord van het ISS
met 3D-printers...
You can read the full article in attachment.